home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
- From: sturm@waffe.nl (STuRM)
- Newsgroups: alt.drugs.pot,alt.drugs.pot.cultivation
- Subject: Nederwiet - how to grow weed at home - nederwie.txt [1/1]
- Date: 8 Nov 1995 12:45:41 GMT
- Message-ID: <47q8pl$d9q@mo6.rc.tudelft.nl>
-
- Dit dokument is oorspronkelijk een boekje. Omdat er maar
- weinig van in omloop zijn, heb ik de hele boel maar overge-
- schreven en op een berg BBS-en gegooid. Het behandelt zo'n
- beetje alles wat je over de bereiding van wiet kunt vertellen.
- Hoewel het boekje al zo'n tien jaar oud is, is er niet zo gek
- veel veranderd. Alleen met betrekking tot de juridische zaken
- is er wel het een en ander veranderd. Wat hierover in deze doc
- staat, moet je je dus niet zoveel van aantrekken.
-
- Ik kan alleen nog zeggen: lees het eens door en ga aan de
- slag. Voor vragen, opmerkingen (niet over deze doc, ik heb het
- niet geschreven), interessante lektuur, enz. over hennep,
- neder-wiet en cannabis ben ik te bereiken onder:
- arno.van.manen@ensing.idn.nl
-
- Nederwiet, Maak er wat van!
-
- **************************************************************
-
- Inleiding
-
- Het verbouwen van wiet en het verder verwerken daarvan, is
- iets dat de laatste tijd meer en meer in zwang komt. Niet
- alleen de steeds hoger wordende prijs van de buitenlandse
- hennepprodukten is daarvan de oorzaak - ook nieuwsgierigheid
- naar het zelf vervaardigen van deze produkten speelt een
- belangrijke rol.
-
- Denk nou niet bij het horen van de naam Nederwiet: "O, dat zal
- wel weer rotzooi zijn"; met een beetje aandacht en een naar
- verhouding tot de normale uitgaven aan hennepprodukten vrij
- lage investering in hulpmiddelen en apparatuur, is er een
- produkt te maken dat de kwaliteit van de buitenlandse produk-
- ten zeer dicht benadert en dat zichzelf in korte tijd weer
- terug verdient.
-
- Dit dokument kan een leidraad zijn voor al diegenen die nu een
- aan de slag willen. Het beschrijft hoe het kweken van de
- planten tot een goed einde gebracht wordt en geeft een aantal
- gevarieerde verwerkingsmogelijkheden van de wiet met als
- hoogtepunt eigen gemaakte blanke olie.
-
- In deze tweede druk zijn een flink aantal aanvullingen en
- wijzigingen aangebracht, met name wat betreft de vollegrond
- kultuur en het bereiden van hasjiesj. Verder is er een apart
- hoofdstukje gewijd aan de juridische aspekten omdat er de
- laatste jaren nogal wat gewijzigd is in het beleid t.a.v.
- nederwiet.
-
- Nederwiet, maak er wat van!
-
- **************************************************************
-
- Inhoud
-
- 1 Iets over de hennepplant
-
- 1.1 Twee ondersoorten
- 1.2 Verschillende rassen
- 1.3 Werkzame stoffen
- 1.4 Verschillende THC soorten
- 1.5 Mannelijk en vrouwelijk tegelijk
-
- 2 Het verbouwen van de wiet
-
- 2.1 De vollegrond kultuur
-
- 2.1.1 De grond
- 2.1.2 Zaaien
- 2.1.3 Selekteren
- 2.1.4 Verdere verzorging
- 2.1.5 Oogst
- 2.1.6 Hennep in de moestuin
-
- 2.2 De potkultuur
-
- 2.2.1 Zaaien
-
- 2.2.2 Verzorging van de opgroeiende plant
- 2.2.3 Vervroegen van de bloei
- 2.2.4 Ongedierte
- 2.2.5 Oogst
- 2.2.6 Meerjarige planten (wietbomen)
-
- 2..3 Bijzondere teeltmaatregelen
-
- 2.3.1 Maagdewiet
- 2.3.2 Klieven
- 2.3.3 Kunstmatige transpiratie
- 2.3.4 Reuzengroei m.b.v colchicine
-
- 2.4 Kunstmatige bestuiving
-
- 2.4.1 Stuifmeel winnen
- 2.4.2 De bestuiving
- 2.4.3 Oogsten van het zaad
- 2.4.4 Volgende jaren
-
- 2.5 Afval als voeding
-
- 3 Verwerken
-
- 3.1 Eenvoudige verwerking van de wiet
-
- 3.1.1 Inbinden toppen
- 3.1.2 Inbinden restanten
- 3.1.3 Inbinden potkultuur oogst
- 3.1.4 Wiet als borrel
- 3.1.5 Wietcake
- 3.1.6 Wietthee
-
- 3.2 Hasjiesj maken
-
- 3.2.1 Zeven en persen
- 3.2.2 Afrollen
- 3.2.3 Begraven
-
- 3.3 Olie maken
-
- 3.3.1 Principe van het olie maken
- 3.3.2 Enkele opmerkingen vooraf
- 3.3.3 De terugvloeitoren
- 3.3.4 Indikken van de tinktuur
- 3.3.5 De overloop toren
- 3.3.6 Zuiver THC (blanke olie)
- 3..3.7 Terugwinnen van de alkohol
- 3.3.8 Methanol en ethanol
-
- 4 Juridische aspekten
-
- 4.1 Wiet als windkering
- 4.2 Zaad winning
- 4.3 Verwerkte produkten
-
- **************************************************************
-
- 1 Iets over de hennepplant
-
- Hennep is een tweehuizige plant. Dat wil zeggen de er manne-
- lijke en vrouwelijke planten zijn.
-
- De mannelijke planten vormen de stuifmeelbloemen, kleine gele
- bellen die in losse ijle pluimen staan.
-
- De vrouwelijke bloemen produceren het zaad. De stamperbloemen
- staan in dichte, aarvormige bloeiwijze, dicht tegen de stengel
- aan. De aartjes zijn bedekt met duizenden kleine haarvormige
- kliertjes, die een olieachtige substantie bevatten. Het is
- deze vrouwelijke plant die ons het meest interesseert: de
- kliertjes bevatten de stof die het 'high' gevoel maakt: Tetra-
- Hydro-Cannabinol (THC).
-
- 1.1 Twee ondersoorten.
-
- De cannabis sativa, zoals de plant op z'n Latijn heet, kent
- twee ondersoorten. De eerste ondersoort, de Cannabis Sativa
- Hollandica wordt al eeuwenlang in ons landje verbouwd, iets
- war de naam al doet vermoeden. Deze ondersoort is vooral van
- belang voor de touwslagerijen. De vezels van de mannelijke
- plant worden door een bacteriekweek losgeweekt van de stengel.
- Dit is zogenaamde roten. De vezels worden daarna gebleekt en
- verder verwerkt. De vrouwelijke plant is wat dat betreft
- waardeloos, zij dient alleen voor de zaadproduktie. Door
- eeuwenlange selektie is deze ondersoort uitgekweekt op de
- vorming van zo lang mogelijke vezels. De planten zijn dan ook
- herkenbaar aan de lange, rechte, toto drie meter hoge stam met
- alleen helemaal bovenin enkele vertakkingen. De oliekliertjes
- van de vrouwelijke plant zijn in de loop der eeuwen gedegene-
- reerd.
-
- De andere ondersoort is de Cannabis Sativa Indica. Deze is
- gekweekt om de geestverruimende werking van de vrouwelijke
- bloemtoppen. Die toppen barsten dan ook van de oliekliertjes.
- De planten zijn over het algemeen wijd vertakt en dus ook veel
- breder dan de andere ondersoort. De mannelijke planten zijn
- vrijwel waardeloos bij de Cannabis Sativa Indica, omdat er een
- reusachtige hoeveelheid planten nodig is om een klein beetje
- hasjiesj te maken. Ook de lengte van de vezels is van dien
- aard dat het niet loont om deze te winnen.
-
- De Cannabis Sativa Indica vormt de basis van de Nederwiet. De
- "echte" Nederwiet is afkomstig van (sub)tropisch zaad, dat al
- tenminste zeven generaties in Nederland is doorgekweekt.
-
- 1.2 Verschillende rassen
-
- De Cannabis Sativa Indica kent verschillende rassen met elk
- hun eigen, specifieke eigenschappen. Zo zijn er vroeg- en
- laatbloeiende rassen, rassen met dikke, volle toppen of met
- slanke, luchtige toppen, wijdvertakte rassen met vele toppen
- of rassen die maar weinig vertakt zijn, met één grote hoofd-
- top. Al deze eigenschappen zij erfelijk. Veelal heeft elk land
- zijn eigen ras, dat optimaal aan het heersende klimaat is
- aangepast. 7-jarige Nederwiet begint ook al duidelijke eigen-
- schappen te krijgen van een apart Nederlands ras.
-
-
- 1.3 Werkzame stoffen
-
- De belangrijkste werkzame stof hebben we al genoemd, de Tetra-
- Hydro_cannabinol. Deze stof komt alleen voor in de kliertjes
- van de vrouwelijke planten.
-
- THC behoort tot de groep van etherische oliën en is afgeleid
- van Cannabidiol (CBD), dat in de binnenste delen van de blade-
- ren in ruime hoeveelheden voorkomt. Deze CBD wordt onder
- invloed van warmte en uitdroging in de kliertjes omgezet naar
- THC.
-
- Die CBD wordt in de bladeren weer gevormd uit Cannabinol
- (CBN), een stof die vooral in de opwaartse sapstromen voor-
- komt.
-
- CBD en CBN hebben nauwelijks een geestverruimende werking en
- ze zorgen alleen voor een zwaar, drukken gevoel in het hoofd
- en kunnen hoofdpijn veroorzaken.
-
- In sommige literatuur wordt ook nog een alkaloide als werkzame
- stof genoemd. Het zou hierbij gaan om muscarine, een stof die
- nauw verwant is met het werkzame gif van de vliegenzwam. Deze
- stof zou alleen in de vrouwelijke bloemen voorkomen en het
- high-effekt van de wiet veroorzaken. Bij het bereiden van
- hasjiesj blijft deze stof in de restanten van de plant achter.
- Vandaar het verschil in de uitwerking tussen wiet en hasjiesj.
-
- De werkzame stof, de THC, bevind zich dus aan de buitenkant
- van de toppen, in de kliertjes. Dit punt moeten we goed in de
- gaten houden bij de latere verwerking van de wiet.
-
- Het hoogste gehalte aan THC hebben de zaadloze vrouwelijke
- planten: de maagdewiet of sinsemilla (spaans voor "zonder
- zaad"). Wanneer eenmaal de bestuiving heeft plaatsgevonden,
- richt de plant haar krachten op de zaadvorming. De THC-produk-
- tie komt dan op de tweede plaats.
-
- 1.4 Verschillende THC-soorten.
-
- Nu is het echter niet zo dat de geestverruimende werking van
- elke plat hetzelfde is. De werkzame stof, de THC, bestaat
- namelijk in verschillende vormen, met een mooi woord "isome-
- ren" genoemd. Deze stoffen, zo'n tien in totaal, voldoen aan
- de totaalformule Tetra-Hydro-Cannabinol, ze verschillen onder-
- ling echter in hun chemisch struktuur en werkzaamheid. Van
- sommige THC-soorten wordt je totaal niet anders, van andere
- vormen is een klein beetje al voldoende.
-
- De verschillende THC-soorten worden aangeduid met Delta (voor
- het gemak even met "D" aangeduid), gevolgd door een nummer
- (b.v D6 THC of D9 THC). Nu is het voor ons natuurlijk ondoen-
- lijk om precies uit te zoeken wat voor D-THC onze planten
- bevatten, maar dat is ook niet zo belangrijk. De verschillende
- vormen van THC zijn op geur namelijk goed van elkaar te onder-
- scheiden. Nu is het natuurlijk onmogelijk om geuren op papier
- met elkaar te delen, dus het komt op ervaring aan als je de
- goede planten met je neus van slechtere planten wilt onder-
- scheiden. Maar dat leer je vanzelf, als je langer met de
- planten omgaat. En dan zal je zien dat de op het oog lekkerste
- geur niet op de meest aktieve THC-vorm hoeft te wijzen.
-
- 1.5 Mannelijk en Vrouwelijk tegelijk
-
- Het komt nogal eens voor dat een plat hermaphrodiet is: d.w.z
- dat er zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen aan dezelfde
- plant zitten.
-
- Wanneer vrouwelijke planten niet bestoven worden (bijv. bij
- het kweken van maagdewiet), kunnen zij de eigenschap hebben om
- zelf mannelijke bloemen te vormen. De onbevruchte plant vormt
- dan alsnog zaad door middel van zelfbestuiving. Dit verschijn-
- sel is op zich geen zeldzaamheid, hoewel het ook niet echt
- regelmatig voorkomt.
-
- Hermaphrodiete planten zijn er in verschillende verschijnings
- vormen. Het meest gebruikelijke is, dat in de ver ontwikkelde,
- maar onbestoven vrouwelijke bloemtoppen op het eind van de
- aartjes enkele mannelijke bloemetjes worden gevormd. Deze
- vallen haast niet op en je ziet ze zo over het hoofd.
-
- Wat minder vaak komt het voor dat vanuit de bladoksels opeens
- komplete mannelijke bloemschermen worden gevormd aan langge-
- rekte takjes. Deze vallen wel erg op en het is ook een heel
- fraai gezicht.
-
- Eén geval van hermaphrodiete plant wil ik hier niet onvermeld
- laten. Aan het begin van de bloeitijd trapte ik per ongeluk op
- een vrouwelijke plant, waardoor deze bij de grond afknakte.
- Uit stomp die over bleef liepen twee nieuwe stengel uit,
- waarvan de een mannelijk en de ander vrouwelijk was. Vanuit
- één stam had ik een mannetje en een vrouwtje naast elkaar
- staan, beide niet hoger dan ca. 40 cm. Opvallend was, dat de
- vrouwelijke plant alleen onvruchtbaar zaad gaf, maar wel zeer
- rijk was aan THC-kliertjes.
-
- Wanneer we ontdekken dat een van onze planten hermaphrodiet
- is, kunnen we deze maar het beste gelijk verwijderen, omdat
- hij/zij ook andere planten kan bestuiven. Hooguit kunnen we de
- plant gescheiden van de andere planten zetten bij wijze van
- curiositeit.
-
- Het omgekeerde, dat mannelijke planten vrouwelijke bloemen
- vormen, komt nooit voor.
-
- **************************************************************
-
- 2 Het verbouwen van de wiet
-
- Voor het verbouwen van de wiet zijn er in principe twee manie-
- ren: de potkultuur en de vollegrondkultuur. Elk hebben ze hun
- eigen voor- en nadelen.
-
- Bij de potkultuur kunnen we een kunstmatig klimaat rond de
- planten aanleggen, waardoor de planten gemakkelijk aangezet
- worden tot een hoge THC-produktie. De opbrengst is echter vrij
- gering.
-
- Bij een vollegrondkultuur staan de planten bloot aan alle
- grillen van ons klimaat. De opbrengst is een stuk hoger, maar
- de kwaliteit is in eerste instantie een stuk lager. Bij selek-
- tieve doorkweking krijgen we echter een ras, dat volledig is
- aangepast aan ons klimaat en dat ook tot een hoge THC-produk-
- tie komt. Dat is de echte Nederwiet. Het duurt ongeveer zeven
- generaties voordat de planten van buitenlands zaad zijn aange-
- past. De Nederwiet krijgt dan ook de eigenschap om te gaan
- verwilderen.
-
- Voor de potkultuur kunnen we in de regel uitgaan van eerste-
- klas buitenlands zaad, hoewel meerjarig zaad ook hier betere
- resultaten geeft. Dit moet dan wel zaad zijn van planten die
- ook al in een pot of bak werden verbouwd.
-
- Op de verschillende manieren van verbouwen kunnen we enkele
- bijzondere kultuurmaatregelen toepassen om de THC-produktie
- kunstmatig te verhogen, of om mooier gevormde toppen te krij-
- gen.
-
- Via kunstmatige bestuiving kunnen we verschillende erfelijke
- eigenschappen van de planten doorkweken om zo een eigen ras te
- laten ontstaan, met alleen de beste kenmerken. Het afval van
- de planten dat tijdens de kultuur vrijkomt, kan op eenvoudige
- wijze worden omgezet in plantenvoeding voor het volgende
- seizoen.
-
- 2.1 De vollegrondkultuur
-
- In eerdere uitgaven van dit boekje werd aanbevolen om de wiet
- ruim te verbouwen op rijen van 1,25 meter uit elkaar, met 75
- cm afstand in de rij. De nadruk werd hierbij gelegd op het
- kweken van forse hoge planten.
-
- Hoewel de kwalitatieve resultaten bij dit systeem goed waren,
- moet ik hier nog van terug komen en wel om zuiver praktische
- redenen. Die hoge planten zijn namelijk een geweldige blikvan-
- ger, ook van ruime afstand. En aangezien het juridische kli-
- maat in Nederland danig is veranderd, is dit niet zo best voor
- de overlevingskansen van het veldje. Tot ca. 10 vierkante
- meter is er nog niet zoveel aan de hand, dat wordt min of meer
- (maar niet zwart op wit) getolereerd. Boven de 10 vierkante
- meter loop je echter snel de kans om een proces verbaal aan je
- broek te krijgen, en dan is het dus uitkijken geblazen.
-
- De teelt moet er dan ook op gericht zijn om kleine planten te
- kweken (ca. 75 - 100 cm. hoog) door dicht op elkaar te zaaien.
-
- Voor de vollegrondkultuur gaan we bij voorkeur uit van zaad
- van planten die tenminste zeven generaties in Nederland in de
- vollegrond zijn verbouwd.
-
- 2.1.1 De grond
-
- De grond waar we de planten gaan verbouwen moet het liefste
- vrij hoog gelegen zijn, op een plaats waar de hele dag de zon
- kan komen. Een winderige plaats is niet zo erg, belangrijk is
- dat neerslag snel in de grond kan wegtrekken, zonder dat er
- plassen blijven staan..
-
- De beste grond die we kunnen gebruiken is grond die redelijk
- vruchtbaar en los is (zwart en kruimelig). Er mag in geen
- geval verse mest in de grond voorkomen. Dit geeft een veel te
- rijke bladgroei en veroorzaakt stoornissen in de stofwisseling
- van de plant.
-
- 2.1.2 Zaaien
-
- Tussen half maart en eind mei wordt de wiet breedwerpig inge-
- zaaid op een van te voren onkruidvrij gemaakt stuk grond. Het
- zaad moet vrij dicht komen te liggen (gem. 3 x 3 cm.) Vervol-
- gens wordt het zaad licht ingeharkt of afgedekt met hennepkom-
- post van vorig jaar (zie aldaar). Het beste is om vlak voor
- een regenbui te zaaien. Het zaad komt door de gelijkmatige
- neerslag goed vast te liggen en kan zich tegelijk goed volzui-
- gen met water. Het wordt voor vogels dan tevens moeilijker
- gemaakt om zaad weg te pikken, want die zullen zeker komen.
-
- Het kiemen van de zaden duurt één tot drie weken, afhankelijk
- van het weer. Na opkomst wordt het veldje de eerste tijd
- onkruid vrij gehouden, tot de wietplantjes zo hoog worden dat
- er geen zonlicht meer op de grond kan doordringen. Op rijke
- gronden wil het nog wel eens voorkomen dat de wiet te weelde-
- rig gaat groeien. Eind mei is de hoogte dan al 40 tot 60 cm.
- De planten moeten dan teruggesnoeid worden tot 15 a 20 cm. met
- behulp van een zeis of een schaar. De planten lopen binnen de
- kortste keren weer uit vanuit de bladoksels. De groei wordt
- dan veel dichter en de planten worden niet zo hoog (75 tot 100
- cm.).
-
- 2.1.3 Selekteren
-
- Wanneer zo rond half juni de planten beginnen te bloeien,
- worden ze geselekteerd op hun geslacht. Zo rond die tijd
- ontstaan in de bladoksels de eerste bloemetjes. Aan dit bloem-
- pje kunnen we zien of we met een mannelijke of een vrouwelijke
- plant te doen hebben. Is het bloempje bel-vormig, (net een
- groen of geel zaadje) dan is het een mannelijke plant. Heeft
- het bloempje twee duidelijke bruine of grijze haren, dan is
- het een vrouwelijke plant.
-
- Het verder selekteren begint bij de mannelijke planten. Op het
- veld zoeken we één of twee mannelijke planten uit, die zich
- het best ontwikkelen. Deze laten we staan en de rest van de
- mannelijke planten trekken we er allemaal uit. Eén of twee
- mannelijke planten is genoeg om voldoende zaadzetting bij de
- vrouwelijke planten op het veld te krijgen. Die twee mannelij-
- ke planten kunnen we een week (of twee) later ook uit de grond
- trekken. We krijgen dan maar enkele zaden in de vrouwelijke
- toppen en is over het algemeen voldoende om volgend jaar weer
- een veldje te kunnen zaaien. De overgebleven vrouwelijke
- planten laten we allemaal staan. Deze leveren de eigenlijke
- wiet. Wel kunnen we die planten vast uittrekken, waarvan de
- geur wijst op een niet of weinig aktieve THC-vorm. Maar daar-
- voor moeten we de verschillende geuren en hun bijbehorende
- aktiviteit terdege kennen. Dus als je het niet zeker weet:
- laten staan!
-
- 2.1.4 Verdere verzorging
-
- De overgebleven planten staan nu dicht op elkaar. Die dichte
- stand is zeker niet nadelig voor de planten. Het is eerder een
- voordeel: de planten moeten flink met elkaar konkurreren om
- het in de bodem aanwezige vocht, hetgeen eerder tot uitdroging
- leidt. Aan de andere kant houdt de dichte vegetatie veel vocht
- vast tussen de planten. Dit is minder gunstig, omdat dit
- schimmelvorming en verrotting in de hand werkt. Dit kunnen we
- voorkomen door regelmatig grote stengelbladeren weg te pluk-
- ken, zodat de planten door de wind sneller opdrogen. De zon
- kan dan ook dieper in de vegetatie doordringen.
-
- Tijdens de verdere groei kunnen we nog enkele bijzondere
- teeltmaatregelen toepassen, maar daarover verderop meer.
-
- 2.1.5 Oogst
-
- De oogst vindt plaats als de toppen goed ontwikkeld zijn en de
- eerste zaden nagenoeg rijp zijn. We wachten op een periode met
- warm zonnig weer, omdat het THC-gehalte dan het hoogst is. Met
- het oogsten moet ook niet te lang gewacht worden, anders
- bestaat de kans dat de toppen door schimmels aangestast wor-
- den, vooral bij nat en koud weer. De toppen worden dan hele-
- maal bruin en zijn binnen de kortste keren niet meer te ge-
- bruiken. Meestal valt de oogsttijd tussen augustus en begin
- oktober.
-
- Het oogsten geschied door eerste de mooie toppen uit de plan-
- ten te knippen en deze op geur bij elkaar te leggen; elke geur
- op een apart stapeltje. De stapeltjes worden ieder apart aan
- een draad geregen en op een donkere droge plaats opgehangen.
- Ook kunnen de toppen worden ingebonden (zie aldaar).
-
- Van het restant van de planten die nog op het veld staan,
- worden (als dat nog niet gebeurt is) de grote bladeren wegge-
- plukt. Vervolgens worden de topjes afgerist en weer op geur
- apart gelegd. Deze leggen we op een krant of droogrek te
- drogen op een beschaduwde plaats.
-
- Laat alle delen drogen tot rond de kerst, voor je ze gebruikt.
- De planten zijn dan goed droog, de THC is uitgekristalliseerd
- en de "groene" smaak is eraf.
-
- 2.1.6 Hennep in de moestuin
-
- De hennepplant heeft meer goede eigenschappen dan alleen zijn
- geestverruimende werking, vooral waar het de toepassing in de
- moestuin betreft.
-
- Ten eerste is het natuurlijk een prima windvanger en het
- verdient dan ook aanbeveling de hennepplanten als zodanig toe
- te passen. Zet ze een rij dik om je moestuin en zorg dat ze
- dicht op elkaar staan. De mannetjes kun je er natuurlijk
- uittrekken.
-
- Hennep heeft een goede uitstraling op verschillende andere
- gewassen. Aardappelen die langs een rij hennep staan krijgen
- mindere snel last van de schimmelziekte Phytophtora, terwijl
- de geur van de hennep die van aardappelen verdringt. Zodoende
- zal je ook minder last krijgen van Coloradokevers.
-
- Om die zelfde redenen is het ook goed om koolsoorten in de
- buurt van hennep te telen: koolwitjes hebben dan meer moeite
- om de koolplanten te vinden en de aantasting door rupsen zal
- dus minder zijn.
-
- Door hun snelle vegetatieve groei leveren hennepplanten ook
- prima materiaal voor de komposthoop, die bovendien sneller
- verteert (zelfde werking als b.v. brandnetels).
-
- 2.2 De potkultuur
-
- Bij de potkultuur hebben de planten een wat langere ontwikke-
- lingstijd als bij de vollegrondkultuur. In de regel wordt al
- in de tweede helft van december gezaaid.
-
- Potplanten worden meestal als maagdewiet gekweekt, daarbij
- uitgaande van buitenlands zaaigoed. Het is mogelijk om zelf
- zaad te kweken (wat betere resultaten voor volgende jaren
- garandeert), maar pas daarbij alleen kunstmatige bestuiving
- toe.
-
- 2.2.1 Zaaien
-
- Het zaaien voor de potkultuur verschilt in grote mate van de
- vollegrond kultuur en vindt binnenshuis plaats. Zorg dat alle
- te gebruiken materialen op kamertemperatuur zijn. Zet de zaden
- een nacht te weken in een bak met water. De kiemkrachtige
- zaden zakken naar de bodem en de lege zaden blijven drijven.
- De volgende morgen worden de kiemkrachtige zaden uitgespreid
- op een vochtige doek, die regelmatig nat wordt gehouden.
- Hierop zullen de zaden kiemen. De zaden die na 5 tot 7 dagen
- nog niet ontkiemd zijn, worden verwijderd. De beste kiemtempe-
- ratuur is rond de 20°C.
-
- Zodra de zaden gekiemd zijn, worden ze een halve cm. diep in
- met potgrond gevulde turfpotjes gedrukt, met de kiemwortel
- naar beneden.
-
- Zet de turfpotjes in een langwerpige kist onder een in hoogte
- verstelbare planten-TL-lamp (even zelf in elkaar knutselen).
- Tijdens de daarop volgen groeiperiode wordt de TL-lamp steeds
- 5 tot 10 cm. boven de top van de plantjes gehouden. Hierdoor
- krijgen de jonge plantjes een korte, stevige stengel. Pas op
- dat de grond in de potjes niet uitdroogt.
-
- Laten we de planten_TL-lamp achterwege en plaatsen we een bak
- voor het raam op de zuidzijde, dan zullen de planten lange,
- slappe stengels ontwikkelen die snel omvallen.
-
- 2.2.2 Verzorging van de opgroeiende plant
-
- Zodra de wortels van de jonge planten door de wanden van de
- turfpotjes beginnen te groeien, worden deze met pot en al
- overgeplant in ¼ l. potten. Plantjes die achterblijven in de
- groei worden verwijderd. Het turfpotje zal in de loop van het
- seizoen verteren, dus is het niet nodig deze te verwijderen.
-
- De platen kunnen nu onder de Tl-lamp vandaan en worden voor
- een raam op de zuidzijde geplaatst. Achter de planten zetten
- we een spiegel neer, of een plank met daarop een laag gladge-
- streken aluminium folie geplakt. Dit dient om het buitenlicht
- naar de planten toe te reflekteren, zodat de planten niet
- scheef gaan groeien en meer licht krijgen. Draai de planten
- elke morgen een halve slag om zodat beide zijden van de plan-
- ten direkt zonlicht krijgen.
-
- Als de planten ongeveer 25 cm. hoog zijn, wordt de groeitop
- eruit geknepen om de plant te laten vertakken. Op de plaats
- waar we sterke zijtakken wensen worden de stengelbladeren
- weggeknipt. Tegelijkertijd worden de platen verpoot naar 5 l.
- potten. In de komende tijd zullen de planten 4 tot 6 krachtig
- stengels ontwikkelen. Als het weer het toelaat kunnen de
- planten naar buiten, maar haal ze voorlopig 's nachts nog naar
- binnen.
-
- In april of mei worden de planten nogmaals verpoot, nu in
- potten of bakken van 25 liter, die tenminste 35 cm. diep
- moeten zijn. Zorg dat de wortels voldoende lucht kunnen krij-
- gen. Voeg aan de potgrond wat scherp zand, kalk en (indien
- voorradig) hennepkompost toe. Tegelijk met het verpotten
- worden de stengels met de helft teruggesnoeid. Let op de
- richting van de stengelbladeren waarboven gesnoeid wordt: deze
- geven de richting van de toekomstige zijtakken aan. De plant
- vormt vervolgens lang, rechte, weinig vertakte zijstengels,
- die één tot twee maanden later beginnen te bloeien.
-
- Zorg er tijdens deze ontwikkeling voor, dat er voldoende
- zonlicht in de planten kan doordringen. Knip daarom alle grote
- stengelbladeren weg, evenals slecht geplaatste zijstengels.
-
- Wanneer het geslacht duidelijk is, worden alle mannelijke
- planten verwijderd. Zet eventueel de best ontwikkelde manne-
- tjes apart om stuifmeel te winnen voor de kunstmatige bestui-
- ving.
-
- Laat de planten zoveel mogelijk buiten staan, maar haal ze
- naar binnen zodra het begint te regenen. Na half mei kunnen ze
- 's nachts ook buiten blijven staan.
-
- Wanneer de planten beginnen te bloeien, verminderen we gelei-
- delijk aan de hoeveelheid water die de planten krijgen, om tot
- een goede THC-vorming te komen. Zorg dat de planten zelf
- zoveel mogelijk droog blijven.
-
- 2.2.3 Vervroegen van de bloei
-
- Voor het verkrijgen van een goede oogst is het van belang dat
- de planten reeds half juli bloeiaartjes (en dus THC) beginnen
- te vormen. Vaak komt de vorming van aartjes pas half augustus
- op gang, zodat de THC-produktie grotendeels afhankelijk is van
- een goede nazomer.
-
- We kunnen de planten vervroegd in bloei trekken, door ze een
- gedeelte van de dag (b.v voor 10 uur en na 6 uur) in het
- donker te plaatsen. Wanneer de hoeveelheid licht namelijk
- verminderd wordt tot 8 uur of minder per dag gaan de planten
- automatisch bloeien en kunnen we de bloeitijd zodoende aan-
- zienlijk verlengen. Wanneer de aarvorming goed op gang is
- gekomen, kunnen de planten weer de hele dag genieten van de
- zon.
-
- 2.2.4 Ongedierte
-
- Hoewel de plant weinig last heeft van ongedierte, kan spint
- soms lastig zijn. Spint komt alleen voor op droge planten en
- is te herkennen aan kleine rode spinnentjes ter grote van een
- speldeknop, die webjes maken in de bladoksels.
-
- Wanneer we spint konstateren, verstuiven we wat water over de
- planten, waarin derrispoeder of pyrethrine opgelost is. Ver-
- geet de onderkant van de bladeren niet. De twee genoemde
- middelen zijn zuiver plantaardig van oorsprong. Ze zijn dode-
- lijk giftig voor koudbloedige dieren, maar voor warmbloedige
- dieren zijn ze volkomen ongevaarlijk. De beide stoffen zijn na
- ± twee weken langs natuurlijke weg weer afgebroken. Ze vormen
- dus geen bedreiging voor het milieu.
-
- 2.2.5 Oogst
-
- Wanneer de bloemen rood of goud gaan kleuren, is het tijd voor
- de oogst, meestal in september of oktober. Potplanten worden
- in hun geheel geoogst en met hun voetjes aan het plafond
- gehangen of direkt verwerkt. Volkomen zaadloze planten kunnen
- we echter nog op een heel andere manier oogsten.
-
- 2.2.6 Meerjarige planten (wietbomen)
-
- Door een juiste manier van oogsten en overhouden in de winter,
- kunnen we de stam van de maagdewiet in leven houden en tot een
- wietboom maken in volgende jaren. Heel belangrijk hierbij is
- dat er totaal geen zaadzetting mag hebben plaatsgevonden. Door
- zaadzetting komt er namelijk een hormoon vrij dat de plant
- doet afsterven.
-
- Het begin van het opkweken van een wietboom ligt bij de oogst
- van het eerste seizoen. Niet de hele wietplant wordt geoogst;
- we knippen slechts de stengels af, die zijn ontstaan vanuit de
- snoeipunten van de laatste keer verpotten. Laat echter één of
- twee bladoksels zitten, hieruit groeien de nieuwe zijstengels.
- Verplant de stam in nieuwe grond en snoei tegelijkertijd ook
- een deel van de wortel weg. Gedurende de winter wordt de plant
- overgehouden op een lichte, koele, maar vorstvrije plaats.
-
- Vanuit de snoeipunten zullen zich nieuwe stengels ontwikkelen,
- die, net als bij kiemplantjes, beginnen met één paar ongedeel-
- de blaadjes.
-
- De stengels die in het voorjaar (april-mei) zijn ontstaan,
- worden weer met de helft teruggesnoeid. De verdere kultuur
- verloopt als in het voorgaande jaar. Pas op dat de plant niet
- bestoven wordt, want dan sterf zij onherroepelijk af.
-
- 2.3 Bijzondere teeltmaatregelen
-
- 2.3.1 Maagdewiet
-
- De onbevruchte vrouwelijke planten hebben verreweg het hoogste
- THC-gehalte. Alle energie is gericht op het vormen van bloemen
- en de bescherming daarvan. Er is geen zaad dat de energie kan
- wegtrekken.
-
- Het kweken van maagdewiet kan toegepast worden op zowel de
- vollegrondkultuur als de potkultuur en gaat in grote lijnen
- zoals daar al beschreven is. Alle mannelijke planten worden
- vroegtijdig verwijderd of van zakjes voorzien voor kunstmatige
- bestuiving. Belangrijk is dat er geen stuifmeel in de lucht
- komt, omdat dit bestuiving tot het gevolg heeft. Eén mannelij-
- ke plant die zijn stuifmeel kan lozen verpest een heel veld
- maagdewiet.
-
- De maagdewiet is ideaal om de twee volgende technieken op toe
- te passen: het klieven van de stengel en kunstmatige transpi-
- ratie.
-
- 2.3.2 Klieven
-
- Wanneer de vrouwelijke bloemtoppen goed ontwikkeld zijn,
- passen we een kunstgreep toe om de planten tot een hogere THC-
- produktie aan te zetten. Dit is het zogenaamde klieven. Het
- kan ook toegepast worden op planten met zaad; het juiste
- moment is dan wanneer de eerste zaden volledig rijp zijn. Het
- klieven is afkomstig uit Zuidoost Azië en gaat als volgt in
- zijn werk.
-
- Op 20 tot 25 cm. van de grond binden we de onder de onderste
- zijtakken een stuk touw vrij stevig om de stengel. Vervolgens
- drukken we een scherp mes in de vezelrichting dwars door de
- stengel heen, juist onder het touw. We drukken dit mes naar
- beneden tot ca. 5 cm van de grond. Trek het mes er nog niet
- uit. De stengel is nu over een lengte van 15 tot 20 cm. door-
- midden gesneden.
-
- Door deze snede drukken we vervolgens een stokje dat de dikte
- heeft van een potlood. Dit gaat het beste door het mes terug
- te drukken tot iets boven het midden en het mes vervolgens 90°
- te kantelen. De beide helften wijken dan enigszins uiteen,
- zodat we het stokje er in het midden gemakkelijk door kunnen
- steken. Breng het mes terug in rechte positie en trek het
- eruit. Het stokje moet voorkomen dat beide stengeldelen weer
- tegen elkaar trekken. Het touwtje boven de snede dient om
- verder inscheuren van de stengel te voorkomen.
-
- Deze ingreep heeft tot gevolg dat de opwaartse sapstroom van
- de plant gestoord wordt. Dit dood de plant niet; wel worden er
- daardoor minder voedingsstoffen en water naar de toppen ver-
- voerd. Als gevolg daarvan stopt de vegetatieve groei. In
- plaats daarvan gaan de kliertjes extra THC afscheiden om de nu
- sterkere uitdroging te voorkomen.
-
- 2.3.3 Kunstmatige transpiratie
-
- Een andere manier om voor een extra hoge THC-produktie te
- zorgen (en bovendien bestuiving te voorkomen) is kunstmatige
- transpiratie.
-
- Als de bloemaartjes 1½ tot 2 cm. lang zijn, worden om de
- toppen ca. 30 cm. lange, lichtdichte, zwarte zakken geschoven.
- Deze kunnen zelf gemaakt worden van een stuk landbouwplastic.
- De zakken zorgen tijdens warme dagen voor een broeikas effekt.
- Dit heeft als gevolg dat de THC vloeibaar wordt en vanuit de
- kliertjes langs de kleine blaadjes wegloopt. De kliertjes gaan
- daardoor transpireren en zullen aan één stuk door THC blijven
- produceren. De zakken worden van onderen niet dichtgebonden,
- maar gewoon los gelaten voor de ventilatie. De lucht binnenin
- de zakken wordt namelijk vochtig door verdamping die plaats
- vindt vanuit de toppen. Wordt dit vocht niet afgevoerd dan
- zullen de toppen gaan verschimmelen en afsterven. Het is ook
- verstandig om van tijd tot tijd de zakken tijdelijk te verwij-
- deren om de toppen te laten aandrogen. Draai de zakken dan ook
- even binnenstebuiten, zodat die van binnen ook goed droog
- worden.
-
- Tegen de oogsttijd (ongeveer een maand later) worden de zakken
- verwijderd. De toppen hebben dan een goudgele kleur gekregen
- van de overvloedige THC-produktie. Kunstmatige transpiratie is
- heel goed te kombineren met het klieven.
-
- 2.3.4 Reuzengroei m.b.v. colchicine
-
- Evenals bij andere plantensoorten is het bij hennep mogelijk
- om reuzengroei te laten plaatsvinden door genetische manipula-
- tie met behulp van colchicine. Colchicine is een plantaardig
- gif dat gewonnen wordt uit de bollen van de herfsttijloos
- (colchicum autumnale) en dat inwerkt op de celdeling. Om de
- werking uit te leggen moet er even een stukje biologie aan te
- pas komen.
-
- Voor een cel zich gaat delen vindt er eerst een kerndeling in
- de cel plaats. De chromosomen (dat zijn de dragers van de
- erfelijke eigenschappen) in de kern gaan zich daartoe op een
- bepaalde manier rangschikken in het kernvlak. Deze chromosomen
- komen altijd voor in paren, zodat het aantal chromosomen in
- een cel gesteld kan worden op 2n. Bij de kerndeling gaan de
- paren precies tegenover elkaar liggen in het kernvlak, waarna
- elk chromosoom zichzelf kopieert. Het aantal chromosomen is op
- dat moment 4n. Tegelijkertijd ontwikkelen zich aan de chromo-
- somen draden die verbonden zijn met een pool aan elke zijde
- van de cel. Wanneer de chromosomen zichzelf gekopieerd hebben,
- worden ze door de draden uit elkaar getrokken in de richting
- van de beide polen, zodat er zich dan twee kernen met elk 2n
- chromosomen in de cel bevinden. Vervolgens wordt er in het
- midden van de cel een celwand gevormd, zodat er dan twee
- afzonderlijke cellen met elk een kern van 2n chromosomen zijn
- ontstaan. Colchicine grijpt op dit mechanisme in door de
- draden af te breken die de chromosomen met de polen verbinden.
- Daardoor vind er wel een chromosoom verdubbeling plaats, maar
- de cel deelt zich verder niet. Het aantal chromosomen komt
- daarmee op 4n.
-
- Nu is dit zo'n ingrijpende reorganisatie in de cel, dat plan-
- ten en dieren er meteen kapot aan gaan, wanneer ze colchicine
- binnen krijgen. Alleen plante-zaden kunnen dit overleven,
- wanneer colchicine slechts tijdens de eerste celdeling van de
- kiem inwerkt en daarna wordt uitgespoeld. Na de eerste onvol-
- ledige deling is het aantal chromosomen in de kiem dus 4n
- geworden. Daarna vinden er normale delingen plaats, waarbij
- het aantal chromosomen dus telkens 4n blijft. Dit uit zich in
- de plant doordat er dan reuzengroei op gaat treden: bladeren,
- stengels en zaden worden dubbel zo groot en de plant wordt ook
- dubbel zo hoog. De zaden die zo'n plant oplevert bevatten
- normaal ook weer 4n chromosomen, wanneer ze tenminste bestoven
- worden door mannetjes die ook 4n chromosomen bevatten. Worden
- ze bestoven door mannetjes met het normale aantal chromosomen,
- dan vindt er een terugval plaats. De zaden bevatten dan
- slechts 3n chromosomen. Worden de plantjes uit die zaden het
- volgende jaar weer bestoven met door mannetjes met 2n chromo-
- somen, dan zal het overgrote deel van de nakomelingen weer
- normaal 2n chromosomen hebben. De werking van de colchicine
- wordt daardoor teniet gedaan.
-
- Aan de andere kant is het ook mogelijk om de zaden van de
- planten met 4n chromosomen nogmaals te behandelen met colchi-
- cine. Er treedt dan weer een chromosoomsverdubbeling op,
- waardoor de reuzengroei nog sterker wordt. Het aantal chromo-
- somen wordt dan 8n.
-
- Dit klinkt allemaal wel leuk, die reuzengroei, maar in de
- praktijk heb je er weinig aan, De planten worden enorm hoog en
- zijn moeilijk te behandelen, Bovendien blijven er resten
- colchicine in de planten achter die de plant zelf geen kwaad
- doen, maar de eventuele gebruiker van die plant om zeep kan
- helpen. Het moet dan ook aangeraden worden de met colchicine
- gemanipuleerde hennep niet eerder te gebruiken dan drie gene-
- raties na de behandeling met colchicine. Er bevind zich dan
- geen colchicine meer in de planten. De eerste drie jaren moet
- je dus alleen zaad telen en de wiet zelf kun je maar het beste
- tegelijk in de fik steken, zodat er geen vergissingen mee
- plaats vinden.
-
- Al met al moet ik het manipuleren met colchicine afraden,
- omdat er grote risico's aan verbonden zijn voor ons eenvoudige
- leken. Voor de volledigheid heb ik de beschrijving toch opge-
- nomen en tevens als waarschuwing, omdat er in den lande plaat-
- selijk wel mee geëxperimenteerd wordt.
-
- De werking van colchicine is overigens al duizenden jaren bij
- de mensheid bekend. Al zo'n 6000 jaar geleden werden in Klein
- Azië graszaden behandelt met colchicine, waardoor nieuwe
- granen als tarwe ontstonden. Tarwe heeft zelfs 6n chromosomen,
- vandaar ook die dikke zaden in vergelijking met andere gras-
- soorten. Tegenwoordig wordt colchicine vaak toegepast bij het
- kweken van sierbloemen. Op die manier zijn er bijvoorbeeld ook
- de grootbloemige viooltjes, asters en petunia's ontstaan.
-
- 2.4 Kunstmatige bestuiving
-
- Wanneer we de planten rustig hun gang laten gaan en elkaar
- langs de natuurlijke weg laten bestuiven, zullen alle vrouwe-
- lijke planten zaad zetten; ook die planten waarvan we eigen-
- lijk geen zaad hoeven te hebben voor het volgende jaar. Wan-
- neer we daarnaast verschillende rassen Nederwiet kweken,
- hebben we geen oog meer op welke mannelijke planten nu welke
- vrouwelijke planten bestuiven. De rassen zullen zich met
- elkaar vermengen, waardoor alleen dominante eigenschappen
- behouden blijven. Recessieve eigenschappen (die vaak goede
- eigenschappen zijn) zullen in de loop der jaren verdwijnen.
-
- Om al deze problemen te ondervangen kunnen we kunstmatige
- bestuiving toepassen.
-
- We vangen het stuifmeel van de mannelijke planten op, dat we
- vervolgens op de stampers van de vrouwelijke planten aanbren-
- gen, waarna de bestuiving heeft plaatsgevonden. Dit is in het
- kort de weg die we moeten bewandelen.
-
- 2.4.1 Stuifmeel winnen
-
- Wanneer de mannelijke planten hun eerste echte bloempluimen
- gaan vormen (dit is dus niet het moment dat de eerste bloem-
- pjes in de bladoksels van de hoofdstengel verschijnen, maar
- later), is het tijd om het stuifmeel op te vangen. Dit gaat
- als volgt in zijn werk.
-
- Aan het begin van een periode van mooi weer worden de bloem-
- pluimen in papieren zakjes (b.v. loonzakjes) verpakt. Knip de
- gomstrook in het midden in, schuif het zakje om de pluim en
- plak de nu twee losse gomstroken dicht, zodat de stengel door
- het ingeknipte midden van de gomstrook gaat. Vijf zakjes per
- plant is wel voldoende om genoeg stuifmeel te krijgen voor de
- bestuiving. Alle overige bloempluimen worden weggeknipt.
- Noteer van te voren de eigenschappen van de vaderplant op de
- zakjes, zodat deze later niet verwisseld kunnen worden.
-
- Laat de van zakjes voorziene planten nog een dag of vier op
- het veld staan en trek ze dan uit en hang ze twee tot drie
- weken te drogen. De zakjes blijven steeds om de bloempluimen
- zitten. Wanneer er vroegtijdig een regenbui op komst is,
- moeten de planten binnen gehaald worden, anders zullen de
- zakjes verwateren en de inhoud wordt dan onbruikbaar.
-
- Om te drogen en na te rijpen hangen we de planten met hun
- voetjes aan het plafond. Na 2 tot 3 weken schudden we de
- planten nog eens goed dooreen en halen de zakjes voorzichtig
- van de bloempluimen, zodat er geen stuifmeel verloren gaat.
-
- Stop het stuifmeel van elke plan in een apart potje en schrijf
- ook hier de gegevens van de plant op. Het stuifmeel kan in
- deze potjes bewaard worden tot het moment van bestuiven daar
- is.
-
- 2.4.2 De bestuiving
-
- Voor we gaan beginnen zoeken we eerst de planten uit die we
- willen bestuiven. Op de vrouwelijke planten zoeken we bloem-
- aartjes uit aan de zonzijde, onderin de plant. Het is zonde om
- daar hoofd en zijstengels voor te gebruiken, omdat dan de
- kwaliteit van de beste delen van de plant verloren gaat vanwe-
- ge de zaadvorming. De aartjes onderin de plant hebben dezelfde
- erfelijke eigenschappen als de aartjes in de toppen, dus
- kunnen we net zo goed die delen van de plant gebruiken die
- toch niet te roken zijn.
-
- Voor de eigenlijke bestuiving hebben we alleen een dus pen-
- seeltje en een dosis precisie nodig. Op een zonnige en wind-
- stille morgen gaan we aan het werk.
-
- We nemen met het penseeltje een beetje stuifmeel op uit het
- potje en strijken dit voorzichtig over de stampertjes van de
- vrouwelijke bloempjes. De bestuiving is hiermee volbracht. Pas
- op dat je niet teveel stuifmeel gebruikt en ook niet morst,
- anders vindt er ongewenst bestuiving plaats op andere delen
- van de plant.
-
- Hang aan de tak die we bestoven hebben een labeltje met de
- eigenschappen van de mannelijke plant. Op deze manier kunnen
- we verschillende rassen bestuiven op een en dezelfde vrouwe-
- lijke plant. Kies voor elke mannelijke plant echter wel een
- andere tak op de vrouwelijke plant en vergeet de labeltjes
- niet.
-
- 2.4.3 Oogsten van het zaad
-
- De bestoven planten moeten geoogst worden wanneer de zaadjes
- zijn afgerijpt, maar de zaadhoesjes nog niet verdroogd zijn.
-
- Knip allereerst de onbevruchte toppen uit de plant om die
- afzonderlijk te drogen. Knip de stengel af juist boven de
- bovenste bevruchte aartjes. Om de bevruchte aartjes, die nu
- bovenaan zitten, schuiven we weer een loonzakje, op dezelfde
- manier als we eerst gedaan hebben bij de stuifmeelwinning. De
- zakjes zijn echter van te voren met een naald doorzeefd, om
- het vocht te kunnen laten ontsnappen tijdens het drogen, maar
- niet de zaadjes. Op de zakjes staan de gegevens van de Manne-
- lijke en de vrouwelijke plant aangegeven.
-
- Wanneer we alle bestoven delen op deze manier van zakjes
- hebben voorzien, trekken we de moederplanten uit en hangen ze
- omgekeerd te drogen tot het voorjaar, op een donkere plaats.
- De eerder afgeknipte toppen hangen we afzonderlijk te drogen,
- of binden ze in (zie verwerking).
-
- In het volgende voorjaar, als de planten volkomen droog en
- afgerijpt zijn, tikken we de bevruchte aren goed uit, zodat
- alle zaden in het zakje vallen. Vervolgens halen we de zakjes
- van de planten en stoppen de zaden met dezelfde erfelijke
- eigenschappen bij elkaar in een ander zakje. Vergeet niet de
- eigenschappen van de vader- en moederplant te noteren.
-
- Laat de zaden niet te veel door de handen gaan. De zaden zijn
- namelijk omgeven door en dun harslaagje, dat de zaden tegen
- uitdroging beschermt. Transpiratievocht van de hand doet dit
- laagje oplossen, waardoor de kiem en de zaadlob door uitdro-
- ging gaan verschrompelen. De zaden hebben dan geen kiemkracht
- meer.
-
- 2.4.4 Volgende jaren
-
- Bewaar de zaden op een donkere, koele plaats tot het weer
- zaaitijd is. Zaai de verschillende kruisingen op een afgeba-
- kend stukje grond en vergeet niet de eigenschappen van de
- ouderplanten te noteren bij het desbetreffende bedje. Erfelij-
- ke eigenschappen komen zo duidelijk naar voren en ook het feit
- of ze recenssief of dominant zijn.
-
- In de daarop volgende jaren gaan we op dezelfde manier door
- met kruisen. Nakomelingen met slechte eigenschappen komen niet
- meer voor zaadproduktie in aanmerking. Bij juiste doorkruising
- in de loop der jaren, zullen we een ras verkrijgen dat alleen
- de beste eigenschappen heeft.
-
- 2.5 Afval als voeding
-
- Alle afval van de hennepplant kan op eenvoudige wijze worden
- omgezet in voeding voor een volgende generatie hennepplanten.
- Alle afval wordt domweg op een hoop gezet en de natuur doet de
- rest. We moeten alleen even uitkijken waar en hoe we de hoop
- opzetten
-
- De hoop wordt opgezet op een door bomen of struiken beschaduw-
- de plaats, bij voorkeur onder vlierstruiken. De vlier scheid
- namelijk een stof af die zeer stimulerend werkt op de verte-
- ring in de hoop.
-
- Op de grond waar de hoop komt te staan wordt eerst een rooster
- uitgelegd van takken die kruislings over elkaar komen te
- liggen. De breedte moet ongeveer 1½ meter bedragen. De lengte
- is onbepaald. Op deze takken komt een laagje stro, zodat het
- afval niet naar beneden kan vallen. Dit rooster dient om het
- overtollige water snel af te voeren en de hoop van onderen te
- beluchten. Op het rooster komt fijngemaakt afval te liggen,
- telkens in lagen van ca. 20 cm. dik met daartussen een laag
- dolomietkalk (een niet-agressief natuurprodukt). De kalk dient
- om vrijgekomen humuszuren te binden.
-
- Bouw de hoop in een keer op tot een hoogte van 1 a 1½ meter en
- dek hem af met een laagje stro dat zo dik moet zijn dat het
- onderliggende afval niet meer is te zien.
-
- Giet vervolgens een emmer slootwater over de hoop om het
- materiaal te bevochtigen en te injekteren met bacteriën.
- Binnen een week zal de hoop gaan broeien, waarbij de tempera-
- tuur oploopt tot ca. 60°C. De vertering is daarmee op gang
- gekomen. Wanneer de hoop is afgekoeld, wordt deze opnieuw
- opgezet, waarbij de buitenkant van de oorspronkelijke hoop
- binnenin komt te liggen. De kompost kan nu de winter over
- rijpen, tot het moment van toediening daar gekomen is.
-
- Gebruik de kompost in het grondmengsel voor de potkultuur
- planten of strooi een dun laagje over het pas gezaaide veldje
- vollegrond planten.
-
- Omdat de kompost van hennepplanten is gemaakt, bevat het alle
- stoffen die de hennepplant nodig heeft voor een goede ontwik-
- keling. Het is derhalve de ideale voeding voor de plant.
-
- **************************************************************
-
- 3 Verwerking
-
- Van de wietplanten kunnen eigenlijk alleen de toppen van de
- hoofd en zijstengels met fatsoen gerookt worden, al zijn die
- soms wat scherp. De overige delen van de plant zijn niet te
- roken wanneer ze alleen gedroogd zijn.
-
- Maar geen nood wat dat betreft. Voor alle delen van de plant
- zijn verwerkingsmethodes die de kwaliteit van die delen verho-
- gen. Voor de beste delen zijn die methoden eenvoudig en goed-
- koop; hoe slechter de delen zijn, hoe ingewikkelder en duurder
- de methoden worden. Maar ook daar valt een mouw aan te passen.
- Met een redelijke opbrengst aan wiet kunnen we het gehele
- jaarverbruik van buitenlandse hennepprodukten vervangen door
- eigen, Nederlandse produkten. Wanneer we uitgaan van een
- gebruik van fl.25,- per week aan buitenlandse produkten,
- kunnen we de investering in b.v. apparatuur om olie te maken
- met een half jaar terug verdienen. En die apparatuur kunnen we
- dan ook nog in de volgende jaren gebruiken, zodat het rende-
- ment op de lange duur zeer hoog kan worden.
-
- Voor het verwerken van de wiet wordt in de regel uitgegaan van
- gedroogde planten; bij sommige methoden worden de planten
- direkt na de oogst verwerkt; bij weer andere methoden wordt er
- uitgegaan van de nog levende plant op het veld of in de pot.
-
- 3.1 Eenvoudig verwerking
-
- 3.1.1 Inbinden toppen
-
- De toppen van de hoofd- en zijstengel komen in aanmerking voor
- de meest eenvoudige manier van verwerken; het inbinden. Het
- enige wat we hiervoor nodig hebben is een klosje ongeverfd
- naaigaren. De toppen worden direkt na de oogst ingebonden.
-
- Eerst worden de bladeren zonder of met maar weinig THC klier-
- tjes afgeplukt. In het garen leggen vervolgens een lusje (de
- "slipsteek"), dat we vastmaken rond het stukje uitstekende
- stengel onderaan de top. We wikkelen de draad vervolgens zo
- strak mogelijk rond de top naar boven. Laat ongeveer een halve
- centimeter ruimte tussen de windingen en pas op dat de draad
- niet knapt. Wanneer we bovenaan zijn gekomen, vouwen we het
- bovenste stukje van de top naar beneden en wikkelen de draad
- hier strak omheen. Vervolgens wikkelen we de draad langs de
- top weer naar beneden, zodat de windingen kruislings op de
- vorige serie windingen staan. Nog één keer naar boven wikkelen
- en de draad vast zetten met een knoopje en het inbinden is
- klaar. Er liggen nu drie windingen rond de top. Tijdens het
- wikkelen zullen de meeste zaden (voor zover aanwezig) naar
- buiten springen.
-
- Na het inbinden leggen we de toppen te rijpen op een vochtige
- maar niet te natte plaats. Dit rijpen duurt minimaal zes tot
- acht weken. De toppen die we willen gebruiken laten we eerst
- een week drogen op kamertemperatuur. Voor het gebruik moet het
- garen natuurlijk verwijderd worden.
-
- Door het inbinden ontstaat er een lichte schimmelvorming die
- de kwaliteit van de toppen verhoogd. Bovendien gaan de stam-
- perharen niet verloren, wat ook de kwaliteit ten goede komt.
- Door gewoon drogen valt het grootste deel van die haren meest-
- al uit.
-
- 3.1.2 Inbinden restanten
-
- De afgeriste topjes van de vollegrondplanten komen niet in
- aanmerking voor de bovenstaande manier van inbinden in aanmer-
- king. Deze kunnen op een andere manier worden ingebonden, mits
- we de beschikking hebben over (vrijwel) zaadloos materiaal.
- Zaadhoudende delen kunnen we beter gebruiken om b.v olie te
- maken.
-
- Allereerst worden de aartjes van de stengels gerist en de
- grote bladeren verwijderd. Neem twee handenvol aartjes en vorm
- die met de hand tot een stevige bal. Deze bal rollen we zo
- strak mogelijk in een stuk ongeverfd linnen. Hierna winden we
- een stuk nylon touw zo strak mogelijk om de bal, zodat deze de
- vorm van een worst aanneemt. Wikkel ook een aantal slagen in
- de lengterichting van de gevormde worst. Zorg dat er gen al te
- grote bobbels tussen de slagen door komen.
-
- Leg de ingebonden wiet op een vrij vochtige, maar niet te
- natte plaats. Na een week is de bal een eindje ingedroogd en
- hangt het nylontouw slap. We wikkelen nu een volgende laag zo
- strak mogelijk om de bal en leggen deze weer op zijn plaats.
- Dit herhalen we nog eens na twee tot drie weken. Vervolgens
- laten we de ingebonden wiet nog minstens twee tot drie maanden
- rijpen.
-
- Binnenin de bal zal een schimmelvorming ontstaan, die de
- aartjes doet verpoederen. Dit poeder wordt door de aanwezige
- THC aan elkaar gekit tot een zwarte, op hasjies gelijkende
- substantie.
-
- Voor het gebruik verwijderen we touw en doek en snijden de
- worst in de lengte doormidden. We gebruiken het binnenste
- deel, dat eert nog enige tijd moet beluchten om de ammoniak-
- dampen die bij het proces zijn vrijgekomen te laten verdwij-
- nen.
-
- 3.1.3 Inbinden potkultuur oogst
-
- Zoals we bij het verbouwen van potplanten al gezien hebben
- wordt de plant op een dusdanige manier gesnoeid, dat deze
- lange, rechte bloeistengels vormt. Deze takken worden op een
- aparte manier ingebonden, wat vooral een goed resultaat geeft
- wanneer de plant in gekliefd en bovendien is voorzien van
- zwarte zakken rond de toppen.
-
- De takken worden één voor één geoogst en zachtjes ingebonden
- met nylontouw. De ingebonden takken worden opgestapeld en
- onder een zwart kleed in de zon te drogen gelegd. Na vier of
- vijf dagen is het aanwezige vocht voor 85% verdampt. De takken
- worden dan tevoorschijn gehaald en één voor één in linnen doek
- gewikkeld, waarna ze zo strak mogelijk opgebonden worden. We
- laten de bundels vervolgens rijpen op een donkere, droge
- plaats.
-
- 3.1.4 Wiet als borrel
-
- Een andere verwerkingsmethode is het laten trekken van wiet in
- sterke drank. Als basis hiervoor kiezen we bij voorkeur:
- jenever, brandewijn of tequilla.
-
- We gaan hierbij uit van wiet die volkomen droog is. We plukken
- de afzonderlijke aartjes van de stengel zonder te kneuzen.
- Deze ongeschonden aartjes laten we een dag trekken in de
- drank. Langer is niet nodig: we hoeven immers alleen maar de
- buitenkant (de THC kliertjes) af te weken. Langer trekken
- heeft alleen tot gevolg dat de binnenste delen van de blaadjes
- vrijkomen, die hoofdzakelijk CBD bevatten.
-
- Nadat de wiet een dag getrokken heeft, wordt de vloeistof
- gezeefd door een koffiefilter. Nadien moet de drank nog een
- week of zes rusten voor gebruik.
-
- Wanneer we een sterkere oplossing willen hebben, herhalen we
- het proces nog een keer met een nieuwe portie wiet. De alkohol
- in de drank werkt als konserveermiddel. Dit maakt het vrijwel
- onbeperkt houdbaar.
-
- 3.1.5 Wietcake
-
- Wiet kan ook goed gegeten worden in allerlei soorten gebak,
- b.v een cake, een taart, koekjes, pannekoeken, enz. Pas de
- hoeveelheid wiet af aan het aantal plakken, stukken of stuks.
- Per dosis moet er ongeveer ½ a 1 gram wiet inzitten. Dit is
- natuurlijk afhankelijk van de kwaliteit van de wiet. Als het
- genoeg is voor een joint moet het ook kunnen voor een cake.
- Gebruik steeds volkome droge, van takjes ontdane wiet, die in
- en vijzel is fijngestampt of in fijngesneden.
-
- Als voorbeeld geven we het recept van een platte koek. (ca.
- 30 stukken)
-
- Benodigdheden: 300 gram volkoren tarwemeel, 200 gram roombo-
- ter, 150 gram rietsuiker, twee eieren, een hand vol krenten,
- of rozijnen, een goudrenet, kaneel, hennepzaad of sesamzaad en
- 30 gram fijngemalen bloemaartjes.
-
- Kneed het meel, de suiker, de boter en de eieren goed dooreen
- tot een soepele bal. Kneed er vervolgens de wiet, de krenten,
- de in blokjes gesneden appel en de kaneel gelijkmatig door-
- heen. Spreid dit mengsel gelijkmatig uit op de bakplaat van de
- oven. Bestrooi dit met hennep of sesamzaad. Bak de koek 1 ca.
- 1 uur in een matig warme oven (150°C).
-
- Laat de koek afkoelen en snijd het in 30 evengrote stukken.
- Eén stukje 's morgens bij de koffie en je bent de hele dag in
- de wolken.
-
- 3.1.6 Wietthee
-
- Van de gedroogde wiet kan ook thee getrokken worden. Gebruik
- ongeveer 5 gram op een liter kokend water en laat de thee 10
- tot 15 minuten trekken. Voeg een paar druppels citroensap toe
- om de vrijkomende THC goed in het water op te lossen. Doe je
- dat niet, dan zal de THC als een dunne film op de vloeistof
- blijven drijven, met als gevolg dat het ene kopje vrijwel geen
- THC bevat, terwijl het andere bij wijze van spreken overloopt
- van de THC.
-
- Deze thee kan wat flauw en weeïg van smaak zijn. Hou je daar
- niet van, dan kun je voor de smaak wat gewone thee of een
- mengsel van b.v. brandnetels en duizendblad toevoegen. De thee
- wordt dan wat pittiger van smaak en wanneer je de genoemde
- kruiden gebruikt, zal de thee een weldaad voor het lichaam
- zijn.
-
- 3.2 Hasjies maken
-
- Het maken van hasjies valt uiteen in een drietal basis vormen
- die hieronder in het kort worden beschreven.
-
- 3.2.1 Zeven en persen
-
- Het maken van hasjies door middel van zeven en persen vindt
- plaats in de zomer volgend op de oogst. De wiet is dan door en
- door droog en de THC is goed uitgekristalliseerd.
-
- Op een tropische windstille dag (>30°C), wordt de wiet hele-
- maal schoongemaakt. Alle takjes en harsloze blaadjes worden nu
- verwijderd. De aartjes worden in een platte rieten bak of op
- een bedspiraal een aantal uren in de volle zon gelegd en van
- tijd tot tijd gekeerd. De THC kliertjes gaan op die manier
- goed zweten.
-
- Vervolgens wordt de wiet in kleine porties van 30 tot 40 gram
- gezeefd door een zijden doek of en stuk zeer fijne vitrage,
- die dicht wordt gevouwen. Boven een witte, plastic of geëmail-
- leerde wasteil wordt de wiet uitgezeefd door het pakketje
- voorzichtig op en neer (dus niet heen en weer) te bewegen. Ga
- hier 5 tot 10 minuten mee door en neem dan weer een nieuwe
- portie aartjes.
-
- Het poeder dat vrijkomt begint iets te stuiven en slaat neer
- aan de binnenzijde van de teil. De kleinste deeltjes slaan op
- het hoogste punt neer en geven de fijnste hasjies.
-
- Voor het persen van de hasjies zijn voor ons slechts een
- tweetal methodes rendabel.
-
- Ten eerste kan het poeder met de hand geperst worden door dit
- stevig tussen de handen te rollen. De hasjies wordt dan donker
- van kleur en krijgt de vorm van een bol of rolletje.
-
- Ten tweede kan het poeder tot een dunne plak geperst worden.
- Vouw hiertoe van cellofaanpapier zakjes van 5 x 10 cm. uit
- velletjes van 15 x 15 cm (zie afbeelding).
-
- Door de gearceerde stukken met de tong iets te bevochtigen
- plakt het cellofaanpapier op elkaar. Laat één zijde van het
- zakje open om dit met een lepel met ca. 10 gram poeder te
- vullen. Plak hierna de opening dicht. Zorg dat het poeder goed
- over het zakjes is verdeeld, ook in de hoekjes.
-
- Scheur één of meerdere krantenpagina's in vier gelijke stukken
- en vouw deze strak om het pakje. Gebruik om en om een droog en
- met een bloemenspuit licht vochtig gemaakt stuk papier, maar
- begin altijd met een droge. Prik op regelmatige afstanden met
- een naald door het pakje om lucht te laten ontsnappen.
-
- Verwarm het pakje gelijkmatig in een droge koekepan en leg het
- pakje op een zuiver vlakke, stenen ondergrond, b.v. een gra-
- nieten aanrecht. Het pakje wordt nu met een deegroller of lege
- melkfles geperst. Rol voorzichtig over het pakje: eerst heel
- licht, daarna steeds krachtiger. Rol kruislings over het
- pakje, van hoek naar hoek en ook in de lengterichting. Draai
- het pakje regelmatig om en verwarm het desnoods tussentijds
- nog een keer. Pers net zo lang totdat het pakje nog slechts
- weinig wil buigen. Verwijder het krantepapier en laat de plak
- nog enige tijd rustig rijpen.
-
- 3.2.2 Afrollen
-
- Het maken van hasjies door middel van afrollen vindt plaats
- tijdens de teelt van de hennep. De eerste hoeveelheid charas
- (= hasjies) die d.m.v. afrollen wordt gemaakt) wordt gewonnen
- bij het uitplukken van de bladeren van de planten.
-
- Tijdens dit werk zetten de harskliertjes die op de steeltjes
- zitten, zich af op je vingers. Door van tijd tot tijd de
- vingers stevig over elkaar te wrijven gaat de hars tot een
- bolletje samenkleven. Verzamel zo alle hars tijdens een (mid)-
- dagje uitplukken en kneed er een bol van. Laat de hasjies nog
- een tijdje rusten en rijpen voor gebruik.
-
- Wil je meer charas maken, dan moet je de toppen flink met de
- hand afrollen. Er zet zich dan veel meer hars op je handen af,
- dat je ook weer tot een bol kneed. Bedenk echter wel dat je de
- toppen op die manier kapot maakt en dat die daarna niet of
- nauwelijks meer geschikt zijn voor verder gebruik of verwer-
- king. Ben je een liefhebber van charas, dan kun je op deze
- manier een redelijke hoeveelheid winnen.
-
- 3.2.3 Begraven
-
- Het maken van hasjies door middel van begraven en doorkneden
- vindt direkt na de oogst plaats. De geoogste hennepdelen
- worden op een droogrek een aantal uren pal in de zon gelegd om
- enigszins te drogen. Draai de wiet van tijd tot tijd om, om
- gelijkmatige droging te verkrijgen. Vervolgens worden de
- aartjes allemaal uitgeplukt, net zo als bij het zeven en
- persen. De aartjes worden nu tot een stevige bol gevormd en
- strak ingepakt met een stuk linnen.
-
- Dit pakketje wordt twee of drie weken onder de grond verstopt
- zodat zich een rottingsproces ontwikkeld. Wanneer dit weer
- wordt opgegraven, vinden we een rotte kleffe troep, die sterk
- naar ammoniak ruikt. Dit wordt met de handen (bluargh) goed
- doorkneden zodat het verteringsvocht eruit sijpelt' Dit vocht
- bevat verteringsresten en een grote hoeveelheid CBD, die op
- deze manier verdwijnt. De THC lost niet op in dit water maar
- blijft in de vaste substantie achter, waardoor de hoeveelheid
- aanmerkelijk geconcentreerd wordt. Na het kneden wordt de bol
- weer ingepakt in linnen en op een donkere, vochtige plaats
- weggelegd. Het proces van kneden wordt om de dag en later om
- de week herhaald, tot de ammoniak geur nagenoeg verdwenen is.
-
- De hasjies wordt nu tot broodjes gevormd en nog enig tijd
- rustig te drogen weggelegd. Tussentijds kan er op de hasjies
- een witte schimmellaag ontstaan. Deze tast de THC echter niet
- aan maar concentreert het. De hasjies is klaar voor gebruik
- als het goed is ingedroogd en niet meer naar ammoniak ruikt.
-
- 3.3 Olie maken
-
- 3.3.1 Principe van olie maken
-
- Het maken van je eigen olie is iets waar elke wietverbouwer
- van droomt. En meestal blijft het daar ook bij. Hoewel het
- principe van olie maken helemaal niet zo moeilijk is, komt het
- er in de praktijk zelden van. De benodigde apparatuur is
- meestal een hele investering. Zoals al gezegd, behoeft dit
- geen enkele belemmering te zijn om het eens te proberen; de
- apparatuur verdienen we met een half jaar terug.
-
- Het principe van het olie maken gaat als volgt.
- Zoals we gezien hebben, bevindt de werkzame stof, de THC zich
- in de kliertjes aan de buitenkant van de vrouwelijke bloem-
- aartjes. Deze THC, trouwens ook de CBD, heeft de eigenschap in
- alkohol op te lossen. Wat de nu doen is een tinktuur trekken
- van die bloemaartjes in zuivere ethanol van 96%. Wees er zeker
- van dat er in geen geval methanol in de alkohol zit, omdat dit
- zeer schadelijke neveneffekten kan hebben, zoals blindheid.
- Wanneer je niet zeker bent omtrent de samenstelling van de
- alkohol, vind je in het hoofdstuk "Methanol en ethanol", een
- eenvoudig proefje om dit uit te zoeken.
-
- Uit de tinktuur laten we vervolgens de alkohol verdampen,
- waarna een extrakt, de olie, overblijft. Deze olie heeft de
- naam "honingolie". Geen hasjolie, want die wordt op een soort-
- gelijke manier gemaakt met als grondstof hasjies.
-
- 3.3.2 Enkele opmerkingen vooraf
-
- Alkohol is een zeer brandbare stof. Voor we met de apparatuur
- aan het werk gaan is het dan ook zeer belangrijk de nodig
- voorzorgsmaatregelen te treffen, om zonodig ongelukken te
- voorkomen.
-
- Bij het werken met de apparatuur maken we in geen geval ge-
- bruik van open vuur; het gevaar schuilt wat dat betreft in een
- klein hoekje. Daarom maken we altijd gebruik van elektrische
- verwarmingsapparatuur.
-
- Alkohol is een zeer vluchtige stof, zeker als deze verwarmd
- wordt. Alle opstellingen zijn dan ook als gesloten circuit
- uitgevoerd, zodat er geen alkohol kan ontsnappen. Bovendien
- voorkomt het gesloten circuit dat er "vreemde" stoffen van
- buitenaf in het circuit terecht komen.
-
- Roken is uit den boze, wanneer we in ons "laboratorium" aan
- het werk zijn. Ook hier is weer het gevaar van open vuur.
-
- Gebruik altijd materiaal waarvan zeker is dat dit niet door
- alkohol aangetast wordt of oxydeert: glas, rubber, roestvrij-
- staal, ongeverfd papier en hard plastic. Het meest in de
- handel zijnde laboratoriummateriaal voldoet aan deze eisen.
-
- Blijf altijd in de buurt van de apparatuur als deze in werking
- is, ook als deze z'n eigen gang gaat. Als er dan toch wat mis
- gaat, kunnen we direkt ingrijpen om erger te voorkomen.
-
- Zorg altijd dat de apparatuur goed vast is gezet in een stan-
- daard. Losstaande apparatuur is al een gevaar op zich.
-
- Het beste kunnen we werken aan een aanrecht; koelwater en een
- spoelbak zijn direkt voorhanden en we kunnen overhangende
- apparatuur vastklemmen aan het aanrecht. Zorg ook voor goede
- aarding van de elektrische apparatuur om ongevallen met stroom
- te voorkomen.
-
- Berg de laboratorium apparatuur, wanneer dit niet gebruikt
- wordt, zoveel mogelijk in z'n geheel en afgesloten op. Dat wil
- zeggen: wat in de standaard kan blijven zitten blijft in de
- standaard zitten en alle openingen van het circuit worden met
- een kurk afgesloten. Er blijven namelijk overal resten alkohol
- zitten. Alkohol heeft de nare eigenschap om stof aan te trek-
- ken en dat betekend verontreiniging van de olie die we later
- gaan maken.
-
- Gebroken glazen delen lijmen we met glasbond. Deze lijm is
- ongevoelig voor alkohol en geeft geen schadelijke restproduk-
- ten
-
- 3.3.3. De terugvloeitoren
-
- Een goede manier om tinktuur te trekken is door gebruik te
- maken van de terugvloeitoren. Hoe we deze terugvloeitoren
- maken kunnen we op afbeelding 1 zien.
-
-
- Ballon -- ┌───┐ Vastzetten met
- │ │ elastiek
- └┐ ┌┘
- Afvoer ┌┼─┼┐
- Koelwater ■─┤│ ││
- ┌──┴┴─┴┴┐
- │ ┌┬┬─┬┬┘
- │ │││ ││-- Koeler
- ┌┤ │││ ││ is in hoogte verstelbaar
- ┌───────┘│ │││ ││
- ┌┘ ┌────┐│ │││ ││
- │ │ └┤ │││ ││
- ┌┘ │ │ └┴┴─┴┴┐
- │ ┌┘ └──┬┬─┬┬┘
- │ │ ││ ││
- ┌┘ │ ││ │├─■ Toevoer koelwater
- │ ┌┘ ┌───┴┼─┼┴───┐
- Standaard -- │ │ ╔╧════╪═╪════╧╗-- Rubberen stop
- ┌┘ │ ╟■════╧═╧════■╢-- Rooster om de
- │ ┌┘ ║** *** ** * *║ druppels te ver-
- │ │ ║*** *** *** *║ delen
- ┌┘ │ ║* *** *** ***║-- Wiet
- │ │ ╠══╦══╦══╦══╦═╣-- Rooster waarop
- │ │ ║. ║ .║ .║. ║ ║ de wiet rust
- │ └───┐ ┌■══╩══╩══╩══╩═■┐-- Kokende alkohol
- │ │ └┴┬───────────┬┴┘-- Verwarmings
- ┌─┴────────┴───┴───────────┴─┐ plaatje
- └─┬─┬────────────────────┬─┬─┘
- └─┘ └─┘
-
- Afbeelding 1, terugvloeitoren
-
- Op een regelbaar elektrisch verwarmingsplaatje staat een
- hittebestendig glazen pot met een bodem alkohol zachtjes te
- koken. Boven de alkohol hangt een roestvrijstalen roostertje,
- waarop uitgeplukte, maar ongekneusde, gedroogde toppen liggen.
- Bovenop de pot is een koeler aangesloten die de verdampte
- alkohol doet kondenseren en terugdruppelen door de wiet.
- Hierdoor wordt de buitenkant van de toppen afgetrokken. Boven-
- op de koeler is een ballonnetje aangebracht, dat het circuit
- afsluit en de drukverschillen binnen het circuit opvangt. Het
- ballonnetje moet gespannen staan maar mag niet opgeblazen
- zijn. De gehele opstelling moet goed vastgezet worden in een
- standaard.
-
- Als de apparatuur twee uur in werking is geweest, is alle THC
- wel in de alkohol opgelost. De apparatuur wordt uitgeschakeld
- en we laten het geheel rustig afkoelen. De nog natte wiet
- wordt uitgeperst en daarna tijdelijk opgeslagen in een afge-
- sloten pot. Hier kan later de alkohol weer uit terug worden
- gewonnen..
-
- De tinktuur wordt gefilterd door filtreer papier of een kof-
- fiefilter en wordt vervolgens ingedikt. De ingedikte olie
- bevat ongeveer 1/3 deel THC, 2/3 deel CBD en een restant
- alkohol.
-
- 3.3.4 Indikken van de tinktuur
-
- Op het regelbare elektrische verwarmingsplaatje staat een kolf
- met daarin de gefiltreerde tinktuur zachtjes te koken. (af-
- beelding 2) Bovenop de kolf is een glazen buisje met een
- scherpe hoek bevestigd. Een hierop aangesloten rubberen slang
- voert de verdampte alkohol af naar de koeler die naast het
- verwarmingsplaatje hangt. Onder de koeler staat een flesje dat
- de geconcentreerde alkohol opvangt. Tussen koeler en flesje
- wordt m.b.v. een T-stukje een ballonnetje bevestigd. Deze
- sluit het circuit af en vangt drukverschillen op. Het moet
- gespannen staan maar niet opgeblazen zijn.
-
- Glazen buis met
- scherpe hoek
- ┌─────┐
- ╔╧═■──┐└───────┐ rubber slang
- ║ ║ └───────┐└───────┐
- ╔╝ ╚╗ └───────┐└──────┐
- ╔╝ ╚╗ └──────┐│
- ╔╝ ╚╗ Kolf met ┌┬┴┴┬┐
- ╚╗■────■╔╝ tinktuur ┌┐ ││ │├─■ Afvoer koelwater
- ╚╗■─■ ╔╝ │├─┼┼──┼┼─┐
- ┌──■════■───┐ │├─┼┼──┼┼─┘
- └┬─────────┬┘Verwarmings ││ ││ ││ Koeler
- │ │ plaatje ││ ││ ││
- ■───┴─────────┴────────────────┤├─┼┼──┼┼─┐
- │├─┼┼──┼┼─┘
- ││ └┴┬┬┴┘ ┌───┐ Ballon
- Aanvoer││ ■─┤└┬┬─┘┌──┘
- koelwater││ └┐│├──┘
- ││ ■╧■ T-stuk
- ││ ╔══╝ ╚══╗
- ││ ║ ║
- ││ ║ ║
- ││ ║ ║ Afgefilterde
- ││ ║ ║ alkohol in
- ││ ╠═══════╣ flesje
- │├─■═══════■─┐
- │├───────────┘
- ├┘
- │
- ■
-
- Afbeelding 2
-
- We laten de tinktuur in de kolf rustig indikken, maar pas op
- dat het laatste beetje niet te dik wordt, anders kunnen we het
- niet afgieten. Wanneer er slechts een bodempje tinktuur in de
- kolf zit, gieten we de nog warme vloeistof over in een 20 ml.
- flesje.
-
- De vloeistof wordt ingedikt via indirekte verwarming in een
- pan met water (afbeelding 3). In principe kan dit ook een
- hittebestendig maatglas zijn. De pan is afgesloten met een
- zelfgemaakte deksel, waar doorheen een glazen buisje met een
- scherpe hoek loopt. Dit buisje is aan de onderkant met een
- kurk aangesloten op het flesje tinktuur. Aan de andere kant is
- het buisje aangesloten op de koeler.
-
-
-
-
- ╔═╗ Thermometer
- ╚╦╝
- ║
- ║ Glazen buis met
- ║ scherpe hoek
- ║ ┌──■═╗
- ║ ┌┼┐ ╚═════╗
- ╔══╬══╧╪╧═══╗ ╚═════■ aansluiten op koeler
- ╚╦═╬═══╪═══╦╝
- ║■╫─■╔╧╗■■║-- Water nivo
- ║ ■ ╚═╝ ║-- Pan met water 86 - 88°C
- ┌─■═════════■─┐
- └┬───────────┬┘
- │ │Verwarmings plaatje
- └───────────┘
-
- Afbeelding 3
-
- In de deksel zit bovendien nog een gaatje waardoor een >110°C
- thermometer is gestoken. Dit is om de temperatuur van het
- verwarmingswater te kontroleren. Deze temperatuur moet ca. 86
- tot 88°C bedragen. Dit is de ideale temperatuur, omdat de
- alkohol dan vrij snel verdampt, terwijl er geen THC mee komt.
-
- De alkohol druppelt nu langzaam door de koeler. We laten de
- apparatuur in werking tot er ongeveer één druppel in de 30
- sec. door komt. De apparatuur wordt uitgeschakeld en we plaat-
- sen het open flesje nog één of twee dagen op een warme kachel
- om de olie helemaal in te dikken.
-
- Onder in het potje scheid zich een vieze stinkende vloeistof
- af. Dit is het restant water uit de alkohol (4%), met daarin
- een aantal restprodukten opgelost. Dit kunnen we eenvoudig
- verwijderen door het te laten opzuigen in een vloeipapiertje.
-
- 3.3.5 De overlooptoren
-
- De overlooptoren is eigenlijk een kombinatie van de vorige
- twee apparaten. Het bovenste gedeelte van de opstelling is
- gelijk aan het indikapparaat: verwarmingsplaatje, kolf, koeler
- en ballon. Onder de ballon is echter geen flesje geplaatst; in
- plaats daarvan is daar een vier cm. dikke buis aangebracht
- waarin wiet zit die wordt afgetrokken door de druppelende
- alkohol. De tinktuur die daarbij ontstaat wordt gefilterd door
- een filtreerpapiertje en door een trechtertje opgevangen en
- afgevoerd in een tweede kolf, onderaan de opstelling.
-
- Buisje met scherpe hoek
- ┌────┐
- ■═■─┐└───┐ Ruberen slang
- ║ ║ └───┐└─────┐
- ╔═╝ ╚═╗ └─────┐└─────────┐
- ╔╝ ╚╗ └─────────┐└─────┐
- ╔╝ ╚╗ └─────┐│
- ╚╗ ╔╝ Kolf ┌┐ ┌┼┼┐
- ╚╗ ╔╝ ││ │││├─■ afvoer
- ┌───■═════■────┐ │├───┼┼┼┼─┐ koelwater
- └┬────────────┬┘ │├───┼┼┼┼─┘
- │ │ ││ ││││ Koeler
- └────────────┘ ││ ││││
- Verwarmings plaatje ││ ■─┤│││ ┌─┐ Ballon
- ││ └┼┼┘┌─┘ │
- ││ │└┬┴───┘
-
- ││ ┌┴─┴┐
- ││ ├───┤
- ││ │** │
- ││ │* *│
- ││ │ **│
- ││ ├───┤ Filter
- ││ └┬┬─┘
- ││ ││
- ││ ┌┘└┐ 1/2 liter kolf
- ││ ┌┘ └┐
- ││ ┌┘ └┐
- ││ └┐ ┌┘
- ││ └┐ ┌┘
- │├───┴──┴──┐
- │├─────────┘
- ││
- └┘
-
- Afbeelding 4, Overlooptoren
-
- Wanneer de alkohol in de bovenste kolf grotendeels verdampt
- is, wordt de tinktuur uit de onderste kolf overgegoten in de
- bovenste, waarna het proces weer van voren af aan begint,
- uiteraard met een nieuwe portie wiet.
-
- Tijdens het overgieten van de onderste kolf moet er even een
- ander potje onder de wiet geplaatst worden, omdat de opstel-
- ling nog enige tijd blijft doordruppelen.
-
- Wanneer zich een behoorlijke bodem in de bovenste kolf heeft
- gevormd, gieten we deze over in een 20 ml. flesje en dikken
- het verder in als hierboven beschreven is. De éénmaal afge-
- trokken wiet kunnen we in de terugvloeitoren nog verder af-
- trekken. Uiteraard wordt die olie van mindere kwaliteit.
-
- De kwaliteit van de olie gemaakt met de overlooptoren is van
- betere kwaliteit als die gemaakt met de terugvloeitoren. Dit
- komt omdat de tinktuur koud getrokken wordt. Het warme trekken
- met behulp van de terugvloeitoren heeft tot gevolg dat de
- aartjes als het ware lossgestoomd worden waardoor er veel van
- de binnenste delen meegevoerd wordt.
-
- 3.3.6 Zuivere THC (blanke olie)
-
- Met behulp van de overlooptoren kunnen we vrijwel zuivere THC
- verkrijgen. Wanneer we nieuwe wiet in de buis gedaan hebben en
- de apparatuur hebben ingeschakeld, zal de eerste hoeveelheid
- tinktuur die in de kolf druppelt, volkomen blank zijn. Die
- eerste hoeveelheid tinktuur houden we apart met behulp van een
- derde kolf. In die kolf vangen we telkens het eerste beetje
- blanke tinktuur op. Zodra de druppelende tinktuur groen begint
- te kleuren, plaatsen we een andere kolf onder de apparatuur.
- De blanke tinktuur dikken we apart in. Het resultaat is een
- vrijwel blanke of iets roze olie, die vrijwel uit pure THC
- bestaat.
-
- 3.3.7 Terugwinnen van de alkohol
-
- De uitgeperste, afgetrokken wiet uit de terugvloeitoren, slaan
- we op in een ruime, afsluitbare, glazen pot. Uit deze pot
- winnen we de alkohol uit de afvalwiet terug. De pot wordt
- indirekt door water verwarmd. Door de deksel van de pot is een
- glazen buisje aangebracht met een scherpe hoek. De verbinding
- wordt met een rubberen stop dicht gemaakt. Het buisje voert de
- verdampte alkohol via een rubberen slang af naar de koeler,
- die verder net zo is aangesloten als bij het indikken van de
- tinktuur. Onder het buisje leggen we op de wiet een roestvrij-
- stalen roostertje, dat moet voorkomen dat er wiet in het
- buisje komt.
-
-
- We laten de pan met water waarin de pot hangt ongeveer vier
- tot zes uur heel zachtjes koken. We winnen op deze manier een
- behoorlijke hoeveelheid alkohol terug, wat ruim opweegt tegen
- de energiekosten die we met dit terugwinnen maken.
-
- 3.3.8 Methanol en ethanol
-
- De alkohol die we gebruiken bij het maken van olie moet abso-
- luut vrij zijn van methanol. Methanol heeft schadelijke bij-
- verschijnselen die o.a. blindheid tot gevolg kunnen hebben. De
- alkohol moet uit louter ethanol bestaan.
-
- Wanneer we niet zeker zijn omtrent de samenstelling van de
- alkohol, kunnen we dit met het volgende proefje uitvinden.
-
- We doen wat van de alkohol die we willen onderzoeken in een
- reageerbuisje. Hierbij gieten we een 4% waterstof-peroxyde-
- oplossing (H2O2). Dit is zondermeer verkrijgbaar bij elke
- drogist of apotheek. De waterstofperoxyde zal gaan reageren
- met de alkohol. Methanol en ethanol reageren echter op een
- verschillende manier.
-
- Wanneer er methanol (CH3OH) in de alkohol aanwezig is, ont-
- staan er luchtbelletjes in het reaktie mengsel. Dit is kool-
- zuurgas dat ontstaan is door de oxydatie van dit methanol,
- volgens de reaktie:
-
- CH3OH + 3 H2O2 -> CO2 + 5 H2O
-
- De luchtbelletjes zijn slechts korte tijd zichtbaar, dus even
- goed opletten wat er gebeurt als we de stoffen samenvoegen.
-
- Ethanol (C2H5OH) reageert met waterstofperoxyde tot azijnzuur
- (CH3COOH) volgens de reaktie:
-
- C2H5OH + 2 H2O2 -> CH3COOH + 3 H2O
-
- Deze reaktie nemen we waar door het ontstaan van een azijn-
- geur.
-
- De meeste alkohol bestaat uit ethanol, maar vaak is er metha-
- nol doorheen gemengd om de alkohol ondrinkbaar te maken (van-
- wege accijns!). De eerste reaktie (luchtbelletjes) geeft wat
- dit betreft de doorslag.
-
- **************************************************************
-
- 4 Juridische aspekten
-
- Het juridische klimaat t.o.v. Nederwiet is de laatste jaren
- nogal veranderd. Werd er vroeger niet zo moeilijk gedaan over
- een veldje wiet, tegenwoordig loop je al snel de kans dat je
- veldje van de overheidswege "opgeruimd" wordt. Het is dus
- verstandig om hieraan een apart stukje te wijden.
-
- 4.1 Wiet als windkering
-
- De beste waarborg om te voorkomen dat de wiet van overheidswe-
- ge wordt opgeruimd, is door de wiet als windkering aan te
- leggen. Dat wil zeggen: één rij dik langs de andere planten
- die beschutting nodig hebben of om je groentetuin heen.
-
- Zolang de planten op het veld staan is er niets aan de hand.
- Wanneer je de planten oogst en te drogen hangt, ben je daaren-
- tegen wel strafbaar. Het dient dan immers niet meer als wind-
- kering. Uitkijken dus, waar en wanneer je de wiet ophangt.
-
- 4.1 10 vierkante meter
-
- Als je de wiet toch op een veldje wilt verbouwen, hou er dan
- rekening mee dat er veelal een onderscheid gemaakt wordt
- tussen veldjes van 10 vierkante meter en veldjes groter dan 10
- vierkante meter. Tot 10 wordt het als een overtreding be-
- schouwd, boven de 10 wordt het een misdrijf. Dit is echter nog
- niet als zodanig in de Hoge Raad uitgesproken, omdat er nogal
- wat haken en ogen zitten aan deze interpretatie van de op-
- brengst. De Hoge Raad heeft deze zaak in februari '85 aangeno-
- men, maar vooralsnog lijkt het een eindeloze schriftelijke
- procedure te worden, zodat de uitspraak nog wel even op zich
- zal laten wachten.
-
- Gerooid kan een veldje echter altijd worden, ook al gaat het
- om een overtreding. Er wordt echter over het algemeen geen
- aktief opsporingsbeleid gevoerd. Alleen als iemand zo vriende-
- lijk is om je aan te geven, loop je risico's. Het is dus zaak
- om je veldje zo goed mogelijk te camoufleren en ervoor te
- zorgen dat zo min mogelijk mensen van het bestaan afweten.
-
- 4.2 Zaad winning
-
- Ook is het mogelijk om je veldje voor de zaadoogst aan te
- leggen, maar daaraan kleven nogal wat bezwaren. Ten eerste is
- zaadrijke wiet van mindere kwaliteit, zodat je het alleen
- daarom al niet moet doen. Daarnaast wordt er van de overheid
- vaak geëist dat je moet kunnen aantonen dat het inderdaad om
- zaadproduktie gaat, door b.v. kontrakten te overleggen met
- afnemers. Ook dit is juridisch echter nog niet in den treure
- uitgezocht, dus je kunt het proberen.
-
- 4.3 Verwerkte produkten
-
- De verwerkte produkten vallen normaal onder de opiumwet. Dat
- wil zeggen: wiet en hasj vallen onder lijst 2 (overtreding tot
- 30 gram, misdrijf boven 30 gram). Olie valt onder lijst 1, dat
- is dus sowieso een misdrijf. Wat dat betreft: oppassen dus.
-
- Verder moet erop gewezen worden dat de apparatuur die voor het
- maken van olie gebruikt wordt, ook geschikt is om alkohol mee
- te distilleren. Dit betekend dat men een vergunning moet
- hebben om dergelijke apparatuur in huis te hebben. Goed opber-
- gen dus en niet te veel over praten.
-